Het Zon-Wind-Gas Scenario als duurzaamste oplossing voor Nederland

 

Toegestuurd naar Trouw op 16 mei 2016, maar niet geplaatst.

In een hartverwarmende mondiale eensgezindheid ondertekenden 171 landen op Earth Day, 22 april, het klimaatverdrag van Parijs. Hiermee bindt de wereld de strijd aan tegen de klimaatverandering, de grootste bedreiging van de mensheid. Het volk verwacht nu leiding van de regering; het leveren van veiligheid is immers de kerntaak van de overheid.

 

Maar, helaas, in Nederland wordt daar heel anders over gedacht. Minister Kamp geeft in het “Energierapport – Transitie naar  Duurzaam”, dat hij begin dit jaar heeft gepubliceerd, een keurig overzicht van alle mogelijkheden, met maar liefst 22 energiescenario’s voor 2050 waarin de kool en de geit worden gespaard; heldere keuzes worden niet gemaakt.

 

Dat moet anders. Er moet een Rijksdienst voor Energie en Klimaat komen, zoals in het verleden de Dienst Zuiderzeewerken en de Dienst Deltawerken, met als taak het voeren van de regie over een ambitieus, aansprekend en effectief plan. Het Zon-Wind-Gas Scenario, dat wij afgelopen jaren hebben ontwikkeld, is zo’n plan. Dit scenario is niet alleen voor Nederland relevant, maar ook voor onze Europese buurlanden.

 

Zonne-energie en windenergie worden onze voornaamste energiebronnen. Alle daken die daar maar enigszins geschikt voor zijn worden voorzien van zonnepanelen (voor elektriciteit) en zonnecollectoren (voor warmte). De opbrengst is dan nog steeds veel te laag, daarom moet 5 tot 10% van het landoppervlak worden bedekt met zonnepanelen. Windturbines, die voornamelijk op zee zullen staan, voorzien in ongeveer een derde deel van de energiebehoefte van huishoudens, bedrijven en transportmiddelen.

 

Het grootste probleem is niet financieel (de technologie wordt immers steeds goedkoper), maar de wisselende beschikbaarheid van de zon en de wind. Het is een absolute eis dat de hernieuwbare energie kan  worden opgeslagen, zowel voor een korte periode  (overbrugging van dag en nacht, wat goed kan met batterijen) als voor een  lange periode (overbrugging van zomer en winter). De opbrengst van de zonnepanelen is immers  ‘s winters een factor 10 lager dan in de zomer.

 

In het Zon-Wind-Gas Scenario speelt methaan, het gas dat we kennen als het voornaamste bestanddeel van aardgas, de hoofdrol in de opslag voor de lange periode. Het overschot aan zonne-energie in de zomer wordt  benut om in gasfabrieken uit water (H2O) en koolstofdioxide (CO2) methaan (CH4) te produceren, dat wordt opgeslagen in bestaande aardgasvelden. Deze technologie staat bekend als  Power-to-Gas (P2G). In de winter wordt het methaan verbrand in elektrische centrales. Deze centrales staan verspreid nabij bevolkingscentra en  in  tuinbouwgebieden waardoor de afvalwarmte via warmtenetten aan huishoudens en kassen kan worden geleverd. De kooldioxide die hierbij ontstaat wordt terug gevoerd naar de gasfabrieken, in een gesloten circulair systeem met opslagcapaciteit.  De warmtenetten worden daarnaast gevoed met warmte uit bijv. geothermie. Het methaan wordt tevens in de industrie gebruikt om o.a. vloeibare brandstoffen voor de transportsector te maken.

De woningen en gebouwen in de gebieden zonder warmtenet  worden extra geïsoleerd en verwarmd met elektrische warmtepompen.

 

Door een deel van de zonne-energie op te wekken in zonnespiegelcentrales in Zuid-Europa en Noord Afrika hoeft er minder geïnvesteerd te worden in batterijen. Ook de behoefte aan P2G daalt aanzienlijk omdat het verschil tussen de zomeropbrengst en de winteropbrengst veel kleiner is dan in Nederland.

 

Alle technologie die in  het Zon-Wind-Gas  Scenario gebruikt wordt is bewezen en getest. Er is geen enkele reden waarom we zouden wachten met de implementatie. Wachten is op den duur veel kostbaarder dan een onmiddellijke uitvoering van de voor dit scenario benodigde  investeringen.

 

Dr. Evert du Marchie van Voorthuysen, directeur van de Stichting GEZEN (Grootschalige Exploitatie van Zonne-ENergie)

Drs. Bert Landman, onafhankelijk consultant        .

Drs. Simon Kalf, voorzitter ASPO-NL